Gebaren zijn onlosmakelijk verbonden aan het gesproken woord en kunnen worden ingedeeld in categorieën.
Gebaren die dicht op het lichaam worden gemaakt zeggen vaak iets over de persoon zelf wanneer die zijn gevoelens deelt. We noemen dit 'projectieve gebaren' , omdat we de ander op dat moment in onze belevingswereld willen betrekken. Het zijn gebaren die onze gevoelens vergezellen die we op dat moment willen delen.
Wanneer we iets omschrijven, bijvoorbeeld wanneer we zeggen "de vis die ik ving was zó groot", verduidelijken we onze woorden met een precies gebaar. We spreken dan over 'figuratieve' gebaren. Deze gebaren worden op afstand van het lichaam gemaakt en zeggen iets over het onderwerp van gesprek.
Andere gebaren zijn cultureel bepaald. Deze categorie wordt geboren en onderhouden in de cultuur of sub-cultuur waarin men opgroeit.
Je ziet bijvoorbeeld bij Arameese culturen (Midden-Oosten, Arabische) gebaren die evenredig tegenovergesteld zijn aan onze westerse.
Het verschil is de manier van schrijven; het Arabisch wordt van rechts naar links geschreven, waarbij het 'verleden' rechts en de 'toekomst' links ligt, wat precies tegenovergesteld is vergeleken met wat we in de westerse culturen gewend zijn. Wij maken met gebaar een denkbare volgorde duidelijk door dit van links naar rechts naast elkaar aan te duiden. Deze reflexen zijn hetzelfde als de oogreflexen. Zo draaien onze ogen naar links als wij in ons verleden moete zoeken naar informatie, en naar rechts als we ons iets moeten voorstellen (wat er nog niet is). Belangrijk wel als je weet dat vluchtelingen uit die landen waar best veel hoog opgeleide mensen tussen zitten niet worden geloofd omdat ze geen papieren bij zich hebben.
De laatste categorie zijn de zg: 'engram'-gebaren. Deze gebaren, om informatie in de hersenen op te halen, zie je wanneer men informatie in de hersenen opzoekt over iets specifieks, waarbij een naam of definitie 'op het puntje van de tong ligt' maar uit het geheugen moet worden opgediept. De duim en wijsvinger worden hierbij licht over elkaar 'warm' gewreven, wat wordt veroorzaakt door een neuronale actie vanuit de hersenen.
Non-verbale communicatie is echter nooit 100% gescheiden van de verbale boodschap.
Voor een goede analyse en het interpreteren van de meeste gebaren moet je kunnen horen wat iemand zegt of waar hij naar luistert.
Als je niet begrijpt welke informatie iemand krijgt of wat het doel van de communicatie is, kun je gebaren niet evalueren.
Als iemand iets verdrietigs vertelt en je ontdekt een micro-expressie van plezier weet je al dat er incongruentie is: het lichaam laat iets anders zien dan er verbaal wordt gezegd. Maar er is geen specifiek gebaar wat de leugen onthult, zoals er geen woord is dat zegt dat iemand liegt.
Je kunt gebaren meten in de tijd plus alle parameters, zoals getriggerde reacties, neuronale respons, in de context van de verbale spraak. Alles is gekoppeld aan de communicatie, wat kan aangeven of iemand liegt of niet. Zo'n analyse is nooit gebaseerd op basis van een gebaar. In een gesprek van 45 minuten maakt de mens soms wel 250-300 gebaren. Van de meeste is hij zich niet bewust; we kunnen niet praten zonder beweging!
© Gerard Stokkink, n.a.v. KPMG-Lezing "inzet arbeidsmigranten uit Midden-Oosten".
Reactie schrijven