Begin van de vorige eeuw onderzocht Ray Birdwhistell (Amerikaans antropoloog) hoe hij lichaamstaal kon interpreteren. Het werd de start voor Kinesics, een manier om de verschillende aspecten van lichaamstaal zoals gezichtsuitdrukkingen, lichaamshoudingen, gebaren en oogcontact te onderzoeken op werking en betekenis in de communicatie tussen mensen.
Diezelfde tijd zochten Franse artsen naar de betekenis achter de bewegingen van de handen, die tijdens een gesprek naar (of op) het lichaam bewegen. De bevindingen gaven één van de meest opvallende eigenschappen van het lichaam betekenis en gaven het spreekwoord ‘ handen zijn de tentakels van de hersenen’ een bijzondere betekenis.
De topografie van het lichaam geeft uitleg over de rol van de handen tijdens de communicatie. Zodra we in gesprek zijn bewegen de hand(en) naar het lichaam. Elke aanraking krijgt specifieke betekenis binnen de context van het gesprek. Vanaf het voorhoofd (denken), de wenkbrauwen (visualiseren) en de neus (reuk, maar ook: 'iemand niet kunnen luchten of zien’) via de snor (autoriteit) naar de mond (zwijgen/spreken) en kin (pijnzen). Ook een vluchtige aanraking door een vinger op wang, oren of achterhoofd krijgt hierdoor betekenis. Het lichaam doet immers niets zonder aanleiding!
Los van het hoofd kan de romp in acht segmenten worden onderverdeeld en geeft onherroepelijk informatie over de onderliggende (verzwegen) gedachtegang. De hals (communicatie), de borst (‘ik'), de zone van de buik (waarden en bezit) en de pelvis (‘kracht') springen hierbij het meest in het oog. Elk segment geeft aanwijzing over hetgeen niet (hardop) wordt gezegd. Omdat de hersenen het lichaam contra-lateraal aanstuurt krijgen linker- en rechterkant een verschillende betekenis.
De betekenis van de hand naar een plek op het lichaam.
Van het puntje op het hoofd tot enkel en voet, de handen gaan naar ieder deel van het lichaam zodra de hersenen daarvoor het signaal geven. Niet zonder reden vertrekt de hand bijvoorbeeld naar het borstbeen als we ‘onszelf' aanwijzen tijdens een gesprek. Hoewel cultureel bepaald, is het gebaar een instinctieve reactie.
Het lichaam ondersteunt gedachten waarmee de hersenen de handen naar een exacte plek op het lichaam sturen. Denk hierbij aan de hand naar je voorhoofd bij het (na)denken, of wanneer je in een oog wrijft om iets graag te willen zien, of juist niet.
Zo geeft de plaats, de richting plus de manier waarop de aanraking wordt uitgevoerd (open of gesloten, linker- of rechterzijde, rechter of linker hand) niet mis te verstane aanwijzingen over niet uitgesproken gedachten. De handen geven exact aan waar we op dat moment aan denken.
Foto rechts: Hans van Breukelen tijdens het WK van 1988. De wijsvinger opent het rechter oog: “ik zie je en heb je door"
Het volledige ELN handboek over de topografie van het lichaam staat komend jaar voor publicatie in de planning!
© Gerard Stokkink
Reactie schrijven